Kansspelinrichtingen

Inhoud

Om een kansspelinrichting uit te baten heb je een vergunning nodig. Kansspelinrichtingen zijn de gebouwen of plaatsen waar een of meerdere kansspelen worden uitgebaat.

De wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers onderscheidt drie klassen van kansspelinrichtingen:

  • Klasse I of casino’s (vergunning klasse A)
  • Klasse II of speelautomatenhallen (vergunning klasse B)
  • Klasse III of drankgelegenheden (vergunning klasse C).

De indeling in klassen gebeurt naar gelang van de aard en het aantal kansspelen dat in de kansspelinrichting mag worden uitgebaat, van het maximumbedrag van de inzet, het verlies en de winst van de spelers en gokkers bij elk kansspel en van de aard van de in de inrichtingen toegestane nevenactiviteiten.

Afhankelijk van het soort vergunning dat je aanvraagt en verkrijgt, mag je een bepaalde kansspelinrichting uitbaten. Zo voorziet de wet op de kansspelen vergunningen klasse A, B en C. Deze laten respectievelijk de uitbating toe van kansspelinrichtingen klasse I,II en III.

Vergunning B voor speelautomatenhallen (klasse II)

Speelautomatenhallen zijn wat men lunaparken noemt. Dit zijn de kansspelinrichtingen klasse B. Alvorens een uitbater zijn speelautomatenhal kan openen, moet hij een convenant sluiten met de gemeente. Het afsluiten van dit convenant behoort tot de bevoegdheid van de gemeente.

In het convenant bevinden zich de vestigingsvoorwaarden, sluitingsuren en -dagen en wie het gemeentelijke toezicht waarneemt.

Aanvraag vergunning B via de Kansspelcommissie

Vergunning C voor kansspelen in drankgelegenheden (klasse III)

Om een vergunning C te bekomen, is een advies van de burgemeester nodig. Er moet aan alle wettelijke voorwaarden voldaan zijn wat de exploitatie van de drankgelegenheid betreft. Er is een beperking tot de plaatsing van maximaal twee automatische kansspelen en twee automatische kansspelen met verminderde inzet in kansspelinrichtingen klasse III. De toegelaten automatische kansspelen zijn Bingo en One ball.

Voor de spelen met verminderde inzet wordt er gewerkt aan een limitatieve lijst van toegelaten spelen. Een speler moet minstens 18 jaar zijn om op een kansspeltoestel te mogen spelen. Bij de aanvang van een spel is de speler verplicht zijn elektronische identiteitskaart in het toestel te plaatsen, waardoor spelers jonger dan 18 jaar automatisch worden geweigerd. De uitbater blijft verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat geen minderjarigen op dit kansspel spelen.

Aanvraag vergunning C via de Kansspelcommissie

Regelgeving

  • Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, gewijzigd bij wet van 7 mei 2019.
  • Koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de werking en het beheer van de kansspelinrichtingen klasse III, de wijze van aanvraag en de vorm van een vergunning klasse C.
  • Koninklijk besluit van 2 maart 2004 tot vaststelling van de lijst van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse II.