Bossen laten groeien voor volgende generaties

Inhoud

Oostkamp is de meest bosrijke gemeente van West-Vlaanderen. Onze ongeveer 12% oppervlakte aan bos steekt sterk af tegenover de rest van de provincie West-Vlaanderen (2,3% gemiddeld). We doen het ook net beter dan het Vlaams gemiddelde (10,8%).

Hoe beheren we bossen die volgens het gewestplan in natuur-, park- of bosgebied liggen, niet in woongebied. Concreet gaat het over het Nieuwenhovebos en domein Zorgvliet, beiden eigendom van de gemeente en over de domeinen Kampveld, Erkegem en Celles, eigendom van de Vlaamse gemeenschap. De overheid kocht deze bossen om voldoende bosbestand te hebben. Het grootste deel van die bossen is immers biologisch erg waardevol. Er groeien vegetaties die schaars geworden zijn, zoals het zure Eiken Beukenbos en er leven bijzondere dierengroepen, zoals vleermuizen of de zwarte specht.

Deze bossen behoren tot het Europees Habitatrichtlijngebied. Dit houdt ondermeer in dat het aandeel
natuurlijk en streekeigen bos moet stijgen en dat er een natuurbeheerplan gemaakt moet worden.
Voor de Oostkampse bossen hebben we samen met externe partners (ANB, Bosgroep, studiebureau) een bosbeheerplan opgemaakt voor 20 jaar, tot 2033. De kern van elk natuurbeheerplan is de visie van het perceel op lange termijn bepalen. Er wordt in zo'n plan ook expliciet bepaald waar je wel en niet mag wandelen, spelen, mountainbiken ... 

Bosbeheer in 3 stappen: gezonde bossen op lange termijn

Uitheemse bomen geleidelijk vervangen door streekeigen bomen

Bomen uit onze streken zijn beter aangepast aan het klimaat en trekken ook streekeigen diersoorten aan. Om die soorten te helpen, worden uitheemse soorten in fasen vervangen door soorten uit onze streek. Wanneer we nieuwe bomen aanplanten, zetten we altijd meer bomen en combineren we verschillende soorten. Zo kunnen ze elkaar versterken in de groei en na enkele jaren blijven de beste soorten over.

Zieke bomen verwijderen om gevaren te beperken

Om ziektes te voorkomen, is bomen kappen soms nodig. De laatste jaren komen er steeds meer aantastingen voor op bomen. Het is beter die bomen te verwijderen vooraleer de andere bomen er ook last van krijgen. De letterzetter is daar een recent voorbeeld van. Deze kever profiteert van de zwakte  die vooral fijnsparren vertonen na periodes van droogte. Ze legt eieren in de verzwakte schors en de larven die daar uit komen, zetten een gangenpatroon uit in de vorm van vreemde letters. Op die manier sterven volledige percelen af. Ingrijpen om de snelle verspreiding van de kever te voorkomen, is dan
helaas de enige oplossing.

Het bos gefaseerd uitdunnen en/of hakhoutbeheer

Het uitdunnen van een bos geeft groeikansen aan de bomen die blijven staan. Doet men dit niet, dan krijgt geen enkele boom voldoende groeikansen. Uitdunnen zorgt dus voor een bos met mooi  uitgegroeide bomen. De uitdunning gebeurt om de 4 tot 8 jaar.
Dikwijls hebben we in onze bossen een mengeling van opgaande bomen en zogenaamd hakhout. Bij bepaalde soorten bomen (es, els, kastanje, eik…) kan een opgaand boompje omgezet worden in  hakhout. Het wordt in jonge toestand even boven de grond afgeknipt en als reactie vormt het verschillende stammetjes op de wortelstomp. Die stammetjes worden steeds dikker en kunnen geregeld
afgezaagd worden. Gebeurt dit niet, dan kan de wortelstomp scheuren door een afbrekende zware stam
en sterft het hakhout. Maar hakhout dat regelmatig (om de 7-10 jaar) afgezaagd wordt, heeft bijna het eeuwig leven…

De hakhout-techniek wordt ook toegepast op brughellingen en steile bermen (vaart, spoorweg).
Zo wordt de schuine kant gefixeerd.  De doorworteling houdt de aarde vast en belet dat alles gaat schuiven. Het onderhoud van dergelijke begroeiing kan er dramatisch uitzien. De gemeente streeft ernaar om hierbij in fasen te werken en zo de biodiversiteit en stabiliteit van de bodem te behouden.

Bosuitbreiding of -inkrimping

Alle bomen die weggenomen worden, bijv. voor de aanleg van een  fietspad,  moeten gecompenseerd    
worden. Hoe waardevoller de bomen die verdwijnen, hoe meer bomen er heraangeplant moeten worden: x2, x3 ...
Voor kleine ontbossingen kan er ook een bedrag gestort worden in het Boscompensatiefonds. Daarmee koopt de overheid nieuwe gronden om te bebossen. In theorie mag de oppervlakte bos dus niet krimpen, al kan het vervangbos soms ver van de plaats waar het bos verdwijnt aangeplant worden.