Er wordt, onder andere in de broedvogelinventaris van de Vogelwerkgroep Mergus, een gestaag dalend aantal broedparen van de huiszwaluw, de boerenzwaluw en de gierzwaluw op de gemeente, vastgesteld. Dit is te wijten aan het dalend voedselaanbod (insecten), de verminderde nestmogelijkheden en de moeilijkheden tijdens de trek.
Het is zo dat de gierzwaluw in Vlaanderen uitsluitend in menselijke constructies nestelt, meer bepaald in holten in muren en onder daken terwijl de huiszwaluw bij voorkeur onder houten dakgoten of betonnen richels zijn nesten maakt. Als gevolg van de nieuwbouw in de moderne veehouderij en de toenemende verharding op de landbouwbedrijven verdwijnt de nestgelegenheid en het materiaal, o.a. slijk, om de nesten te maken. Verder worden de vogels soms weggejaagd omdat wordt gevreesd voor vervuiling van muren en paden. Dit kan evenwel worden verholpen door het plaatsen van kunstnesten en/of nestplankjes waardoor de broedgelegenheid kan worden behouden.
De zwaluwen blijven op het platteland en in de dorpen iconische beelden die het waard zijn om te behouden. Zowel het plaatsen van kunstnesten als het in standhouden van nesten kan door middel van een gemeentelijke toelage worden ondersteund.
Vleermuizen zijn zoogdieren die door Europese wetgeving onvoorwaardelijk beschermd zijn. Een klein aantal soorten vormt ’s zomers kraamkolonies van soms honderd dieren in spouwen en op zolders van bewoonde woningen. Dat leidt meestal tot ongerustheid van de betrokken bewoners, die onterecht vrezen voor schade en ongemak. Een bezoek van een deskundige en een kleine subsidie kan onnodig verjagen of bestrijden van de kolonies voorkomen.
Het reglement dat u hier kan downloaden, geldt voor de periode 2020 - 2025.